zaterdag 19 april 2014

Pasen

Jarenlang hield ik een blog bij. Het was mijn eerste blog TienerdanTien. Daar schreef ik alledaagse dingen op, maar ook - en vooral na het herseninfarct van mijn moeder - over mijn ouders die ik wekelijks bezocht. Vijf jaar geleden was het ook bijna Pasen. Op zoek naar een stukje dat ik er toen over geschreven moest hebben, stuitte ik op onderstaande tekst. Wat ben ik blij het te lezen, ze komen weer zó dichtbij me.. terwijl mijn moeder nu al vier jaar en mijn vader twee jaar dood is..

Minstens één maal per week ga ik naar mijn ouders. Nu was ik het weekend weg geweest. Helemaal naar dat verre eiland. Ze zou zeker zeggen: Waar wás ik nou toch?! En zo láng?! Gedverderrie!
Maar niets van dit alles . Op de elfde etage staat tot mijn grote verbazing mijn moeder in de gang, geleund tegen de muur. Strálend. “Da-hag!”Bén je daar?”  roept ze me toe als ik de lift uitstap. Ze wankelt op me af – zonder rollator – grijpt mijn arm om samen de gang uit te lopen en naar binnen te gaan.
Ze ploft in de sta-op-stoel. “Zo. Wanneer ……..” en ik weet dat ze wil weten wanneer ik wéér ga.
“Oh nog lang niet. Met Pasen pas.” Ik kon er op wachten. Ze heeft het nooit prettig gevonden als ik te lang wegbleef. En nu helemáál niet.
“Ja maar, wannéér…?!”. Allemaal leuk dat Pasen, maar ze is niet gek. Direct is het aanstaand weekend Pasen en ben ik hem over  twee dagen alweer gesmeerd.
“Niet dit weekend, maar het volgende. Over anderhalve week.”
Ze is zichtbaar gerust gesteld. Eindelijk kan ze met haar ogen dicht in de stoel gaan zitten.
Ik zie dat ze niet tevreden is en vraag wat er is. Ze lijkt last te hebben van haar hoofd. Dat er niets meer in zit. ”Alles weg.” Dat is triest en dat vertel ik haar ook. Soms zijn er goede dagen ( ik steek mijn duim omhoog) en soms slechte (duim naar beneden). Maar dan is de volgende dag vaak weer goed (duim omhoog). Ze veert op: “precies!”. Knap hoe ze nooit voor altijd de moed laat zakken.
Ik was haar haar en föhn het. Ze ziet er meteen veel beter uit. En dat voelt ze ook. Straks gaan ze naar het restaurant om te eten met de andere bewoners.
“Mam, zullen we daarna even naar de computer gaan? Dan laat ik u plaatjes van Vlieland zien. De tent en zo..”
“Gedver..nee hoor! Boewaah! Koud!” Ik probeer haar later nog eens over te halen. Zonder resultaat. Dan bedenk ik me opeens dat ze het ook voor mij kan doen. Omdat ík het leuk vindt. Dát slaat aan. “Goed” besluit ze en gaat met mijn vader de deur uit om te eten beneden.

Na het eten komen ze inderdaad naar de computer toe. Ik laat ze van alles zien. Ook de logjes over haar. Ik lees er eentje voor. Mijn vader staat perplex. Hij vindt het zowaar mooi. Maar ook zo gek dat iedereen in de wereld het kan lezen. Ik stel hem gerust met een  “ niet iedereen kent Tien hoor..” (alsof dat ergens op slaat..)
 Na wel een half uur van alles bekeken te hebben. Gaan we weer naar boven. En wat er dan gebeurt is geweldig. Mama begint te zingen. Papa valt in met een tweede stem. En dan gáán ze toch een lol maken met zijn tweeën. Papa móet van alles van mama,  wat hij vervolgens expres verkeerd doet. We zingen “de uil zat in de olmen” en mijn vader verschuilt zich in de keuken om bij “koekoek!” zijn hoofd olijk om de hoek te steken. Waarbij mijn moeder het uitgiert van de lach….

Wat zijn ze lief. Wat zijn ze vrolijk. Zucht, er is zo weinig voor nodig. Gewoon een beetje tijd en aandacht. Meer niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten