vrijdag 4 april 2014

Dromen

Ik heb mijn moeder opgehaald uit het bejaardentehuis. Ze loopt voor me uit achter haar rollator. Haar muisgrijze haar is stijl, te lang. Waar is haar permanentje? Hebben ze haar krulletjes eruit geknipt? Ze haalt haar schouders op als ik het vraag. Het kan me niet meer schelen zeggen haar schouders. Stilletjes schuifelt ze door.
“Zal ik vanavond bij u komen slapen?” vraag ik, in de hoop dat ze iets tegen me zal zeggen.
“Ze draait haar hoofd stijfjes opzij en zegt duidelijk verrast: “Dat zou fijn zijn! Ik ben zo alleen.”
“Goed dan doe ik dat. ”
Maar nog geen seconde later herinner ik me dat ik kleinzoon Malang dat ook al beloofd heb. De teleurstelling zou te groot zijn voor hem. Zou het leuk zijn om hem mee te nemen? Komen we samen slapen bij mama.

Kwart voor zeven. Stijf draai ik mijn pijnlijke lijf opzij om uit bed te kruipen. Benen over de rand en met de armen omhoog drukken. Hefboomwerking. Tien keer per nacht eruit voor veel te kleine plasjes.
“Nog maar een week uit het ziekenhuis! “ fluister ik mezelf dagelijks in. “Je had er ook nog in kunnen liggen.”

Op de rand van mijn bed overdenk ik de droom. Een doos met tientallen puzzlestukjes die door mekaar liggen.
Die laat me een glanzende houten sixties radio zien. Nieuwe aanwinst.
Die zijn huis hangt vol met wasgoed, zelfs aan de kastdeuren hangt het.
Die.. die…die.. ik kan het me niet meer herinneren, maar zeker is dat het een bende van komen en gaan was in mijn bed. Terwijl je toch in bed ligt om uit te rusten.

Na de wc loop ik naar de loggia. Het is nog donkerig, grijs buiten. Maar daar staat opeens een boom in volle overvolle bloei! Zachtrozewitte bloemetjes in dikke trossen. Zij heeft zich gehandhaafd tussen de steigerdelen die van boven het dak naar beneden zijn gekeild door de bouwvakkers. Dat noem ik nog eens Klasse.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten