Vriendelijk kijkt ze in de lens. Een meisje
met stijf gevlochten staartjes die bij de haargrens met bloemen bij
elkaar gehouden worden. Chinese oogjes onder keurige wenkbrouwboogjes,
een mooi rustig meisje om te zien. Ze draagt een – zelfgebreid?
– truitje. Aan de hals is een geruit kraagje zichtbaar dat net voor de
camera afging aan een kant omhoog wipte. Wie is dit driejarige meisje en
hoe weet ik dat ze drie jaar was toen de foto genomen werd? Ik kwam de
foto op de Facebookpagina van een vriend tegen. Het meisje is nu een
vrouw, zijn vrouw. Meer weet ik er niet van en ik hoef het ook niet te
weten. De foto is misschien in China genomen. Of misschien helemaal niet
. Misschien is ze niet eens Chinees. Maar als ze wel Chinees is, dan is
de foto misschien wel in Amsterdam genomen in ons eigen ‘Chinatown’
rond de Geldersekade.
In dat geval was het meisje op de foto
misschien wel de dochter van de eigenaar van het restaurant “De Gouden
Draak” waar wij in de jaren vijftig éénmaal per jaar met ons gezin
gingen eten. Bami met een spiegelei er bovenop. En grote bladen
knapperige kroepoek op het damasten tafelkleed van papier. Aan het
plafond hing een enorme Chinese lantaarn. Aan de muren dezelfde in het
klein.
We hadden dan al een hele dag ‘in de stad’ achter de rug. ’s
Ochtends vroeg lopend naar de pont. Dan op weg naar de Cineac waar
“Sissie, keizerin uit liefde” gedraaid werd. Mijn liefde voor Romy
Schneider was voor eeuwig bezegeld. Na het eten van de Chinese maaltijd –
wat dronken we? Kregen we een toetje? –gingen we weer wandelend op weg
naar het IJ. Dat wil zeggen, ik huppelde. Altijd en onophoudelijk. “Loop
toch eens normaal!” riep mijn moeder dan geïrriteerd uit, mij
lostrekkend van haar mouw waardoor ze bijna gedwongen werd mee te
huppelen.
Het was inmiddels donker geworden. Ons stond nog een heus
Koninginnedag Vuurwerk te wachten. Het werd laat en ik moe. Ik vleide
mijn wang tegen de mouw van mijn moeders bontjas. Heerlijk zacht soesde
ik weg in het konijnenbont en mijn moeder had moeite me naar huis te
slepen. Met het Bootje van Bergman gingen we terug. Luxe, want je hoefde
dan niet in de tochtige gangen van de pont de oversteek naar Noord te
maken. Aan deze luxe hing een prijs: tien cent per persoon. Misschien
waren kinderen gratis, maar dan nog was dat een flinke uitgaaf. Mijn
moeder kon goed met geld omgaan en lette op de kleintjes.
Van de thuiskomst kan ik me niets herinneren. Waarschijnlijk sliep ik al in de armen van mijn vader die me naar huis droeg.
Ik was drie jaar, zo oud als het meisje op de foto. Ik ben haar
misschien wel tegen gekomen terwijl ze op het stoepje van haar vaders
restaurant zat te spelen met rijststokjes. Ik kijk nog even naar de foto
op Facebook en zie dat het meisje Tang Cici heet. Nou ja, de Chinese
Sissie? De Chinese Romy Schneider??! Wie weet..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten