Stap-hink…Stap…hink. Op logge sportschoenen stamp ik links-rechts-links
naar de tramhalte. Grote passen, gauw thuis.
Maar van deze hink-stap-sprong word ik voornamelijk moe. Nog maar een
week geleden dat ik begon met lopen na een kleine 10 dagen in het ziekenhuis.
De fiets – die boosdoener – raak ik niet aan. De auto lijkt me evenmin een
geschikt vervoermiddel gezien de nog niet genezen wond aan mijn rechterbeen.
Dilemma’s. Bus of tram? Lopen of fietsen? Donker viaduct of felverlichte
hotelroute? Het wordt de avond van de foute keuzes lijkt het wel. Maar dat weet
ik nog niet als ik aan een van de vele lange tafels in de leeszaal van de Openbare Bibliotheek plaats neem.
Verspreid over de zaal zitten mannen kranten te lezen. Een
grijsbebaarde rasta van middelbare leeftijd – type dakloze - nuttigt zijn
yoghurt en puzzelt ongegeneerd in een beduimelde krant. Af en toe trekt hij de achterstevoren-pet op
zijn hoofd wat aan, neemt een hap yoghurt en puzzelt weer verder. Alleen op de wereld.
Ik heb de NRC net aangeboden gekregen van de man tegenover mij. In de zaal is het stil, zoals het hoort op een
leeszaal. Vanuit de verlaten koffiehoek komt het gezoem van een koelkast.
Verder alleen geritsel van kranten, het omslaan van pagina’s. Ik lees over ‘laadpalenleed’
door het teveel aan electrische auto’s. Noviteiten brengen nieuwe woorden met
zich mee. Geritsel van plastic. De man tegenover mij opent een enorme plastic
zak met boterhammen en buigt zich diep over de krant. Alsof ik niet mag zien
dat hij die verorbert. Mijn maag knort. Thuis wacht mij een gezellige Hollandse
kliek. Ik vouw de krant zo netjes mogelijk weer op en verlaat dik ingepakt de
bibliotheek.
En daar is het dilemma. Linksom de kortste route naar de
tram door het donker? Of de verlichte langere route via het Centraal Station?
Het wordt de laatste. Op een afstand zie ik dat de tram net wegrijdt. Toch maar
naar de volgende halte lopen dan. Eenmaal daar realiseer ik me dat ik gewoon
een rondje heb gelopen. De tweede tram komt er gelukkig al aan. Het zit me mee.
Twee haltes verder het volgende dilemma. Uitstappen om de bus te nemen naar mijn
huis? Of beter nog twee haltes meerijden en de tram naar mijn huis nemen? Ik ga voor de
eerste. Steek een kruispunt met minstens zeven stoplichten over en wacht op de bus. Al wat
er op de halte stopt.. geen bus.
De meest chique Mercedessen en Audi’s laden hun
vrachtje op de bushalte uit: veelal allochtone dames op gouden stilettohakken en tijgerprint
rokjes onder een degelijke wollen jas. Ze trippelen het trappetje van de bushalte af
en verdwijnen in het cafe dat bij het Kunstpakhuis hoort. Als er eindelijk een
heer uitstapt heb ik de moed om te vragen waar het allemaal heen gaat. “Naar de
Kleurrijke Top 100”. Ik denk dan nog dat het een dansavond voor allochtonen is
en vind het wel vreemd dat het voornamelijk dames en meisjes zijn die er
naartoe gaan.
Inmiddels zak ik bijkans door mijn hoeven. Na drie kwartier
dames en auto’s bewonderen komt daar eindelijk mijn bus. Die brengt me in drie
minuten naar mijn huis. Was ik maar gaan lopen. Thuis donder ik het kliekje in
de magnetron. Met bord op schoot smul ik van lof met aardappelen en stoofvlees.
Op de tv Flikken Maastricht. Ik google de bewuste Top100. Een soort Quote 500
voor en met allochtonen. Als ik de beschrijving moet geloven is het ontstaan “in
reactie op de witte lijst van Opzij”. Ik
voel een groot vraagteken opkomen, maar laat de info voor wat het is.
Het is al genoeg de avond van de verkeerde keuzes.