Mijn moeder was erg veranderd
na het herseninfarct 6 jaar geleden. Ze had oa afasie en kon maar moeilijk met
woorden duidelijk maken wat ze wilde zeggen.
Toch communiceerden we met
haar. Haar priemende oogjes konden vuur schieten als ze het er niet mee eens
was. Haar gezicht kon stralen als ze
blij was. Als ze me onverwacht door de ruit van de deur aan zag komen na een
weekend Vlieland, veerde ze op uit haar stoel: Hallekee! En klapte dan in haar
handen als Rob achter me aan kwam..
Als ik een beetje triest was
probeerde ze me op te beuren: “gaat het een beetje?” Dan liet ik me door haar kussen als een klein
meisje. We hebben heel wat af geknuffeld.
Als ik haar haar deed zette
ik muziek voor haar op. Haar oude plaatjes. Heel even maar, want alles was haar
gauw teveel.In al die jaren zijn we steeds dichter bij elkaar gekomen. In het begin gingen Rob en ik nog met mama naar buiten. Eerst nog met de auto, later in de rolstoel. Op een zonnig terrasje bij de sluizen wat drinken. Of bloemen en eendjes kijken in het parkje om de hoek. Al een tijd wilde ze niet meer naar buiten. De laatste tijd met name was haar wereldje heel klein geworden: haar stoel was haar veilige haven en ze kwam er alleen nog uit voor het hoogst noodzakelijke.
Overdag zakte ze in een diepe
slaap weg en schrok als we plots voor haar stonden. Ze leek van heel ver te
komen. Om haar te begrijpen probeerde ik soms te verwoorden wat ze misschien
voelde. Als het waar was wat ik zei,
knikte ze bevestigend of keek ze me verdrietig aan en zei “Jammer he?”
Dan vouwde Mama haar handen
en hief ze op naar de hemel: “oh God, kom toch..”Eindelijk is haar gebed verhoord.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten